Bij het YMCA Zomerkamp zijn ze niet vies van een beetje vies worden en dat was woensdag goed te zien. De ochtend begon bij Jongens B met de ‘viestafette’, een begrip dat bij YMCA Rijswijk inmiddels niet meer weg te denken is. Wat dat inhoudt? Een reeks kliederspellen waarbij vies worden gegarandeerd is. De kids trapten af met moddervoetbal, maar de modderpoel bleek ook perfect voor buikschuiven, touwtrekken en zelfs een potje tikkertje.
Maar er was meer viezigheid
Daarna was het tijd voor de eetspellen. “We begonnen met melkvoeren: de kinderen zaten in een rij, waarbij de achterste, zonder te kijken, melk moest voeren aan de voorste. Die mocht z’n handen niet gebruiken. Resultaat? Meer melk óver dan ín de kinderen. Als afsluiter werd er gesnoephapt en kregen ze een verfrissende douche onder de tuinslang,” aldus Robin van YMCA Rijswijk.
Stormbaan in de regen
Ook de andere groepen gingen niet schoon naar huis, want voor hen stond er een stormbaan staan. En dat de regen de baan extra nat en glibberig maakte, maakte het alleen maar leuker. Iedere groep mocht om de beurt hun kunsten laten zien.
Stroop en poedersuiker mag rondvliegen
Woensdag was het bovendien de beroemde pannenkoekendag. Elk jaar staat er minstens één dag in het teken van pannenkoeken. De tafels worden ingepakt in folie. En borden zijn op deze dag overbodig, want de stroop, poedersuiker en sprinkels mogen over tafel vliegen. “Dat scheelt weer afwas” is op deze dag het motto van YMCA.
Overgoten met oude appelmoes en hagelslag
De YMCA Rijswijk dag werd traditiegetrouw afgesloten met een ‘ontgroening’ voor de nieuwe leiding. Met een smoes werden ze naar het bankje gelokt, waar anderen al klaarstonden met oude appelmoes en hagelslag. Met een flats ging het over ze heen. De kinderen op de voorste rij gierde het uit van het lachen en konden hun ogen niet geloven.
Robin besluit: “Het kamp is een week waarin je lekker vies mag worden. We zeggen altijd: neem oude kleren mee en thuis een keertje extra wassen. Maar één ding is zeker: de kinderen hebben de tijd van hun leven!”