De gemeente Pijnacker-Nootdorp, woningcorporatie Rondom Wonen en energie- en afvalbedrijf HVC zijn begonnen met een gezamenlijk onderzoek naar de mogelijkheden voor een duurzaam warmtenet in Pijnacker en Delfgauw. Het warmtenet zou worden gevoed met aardwarmte en moet in de toekomst woningen, bedrijven en glastuinbouw voorzien van duurzame warmte.
Belangrijke stap richting CO₂-neutraliteit
De gemeente wil in 2050 volledig CO₂-neutraal zijn. In het Warmteprogramma is vastgelegd in welke buurten een warmtenet een goed alternatief voor aardgas vormt. Rondom Wonen speelt in deze plannen een belangrijke rol: wanneer de corporatie haar woningen aansluit, ontstaat een stevige basis om het warmtenet rendabel te maken. Daardoor wordt het ook eenvoudiger voor particuliere woningeigenaren om mee te doen.
Aardwarmte als duurzame bron
Aardwarmte kan zowel woningen als glastuinbouwbedrijven en andere ondernemingen van duurzame en betaalbare warmte voorzien. Bij de productie komen nauwelijks CO₂ en andere schadelijke uitstoot vrij, wat de techniek aantrekkelijk maakt voor de energietransitie.
Haalbaarheid en betaalbaarheid centraal
Het onderzoek richt zich op de technische en financiële haalbaarheid. De kosten voor bewoners zijn daarbij een belangrijk uitgangspunt. De betrokken partijen benadrukken dat een warmtenet alleen doorgaat als het ook betaalbaar is voor huishoudens.
Leren van eerdere ervaringen
Pijnacker deed de afgelopen jaren al ervaring op met plannen voor een warmtenet, onder andere in de wijk Klapwijk. Dat project ging destijds niet door omdat te weinig woningeigenaren wilden aansluiten. Door nu te starten vanuit de woningen van Rondom Wonen, is de kans groter dat het benodigde aantal aansluitingen kan worden gehaald. Ook ervaringen uit andere gemeenten worden betrokken in het onderzoek.
Resultaten in 2026
De samenwerking tussen de gemeente, Rondom Wonen en HVC, gecombineerd met de nieuwe Wet collectieve warmte (Wcw), biedt volgens de partijen nieuwe kansen voor een haalbaar warmtenet. De uitkomsten van het onderzoek worden in de tweede helft van 2026 verwacht. Als deze positief zijn, worden vervolgstappen en nieuwe afspraken gemaakt.
