Lokale omroepen tekenen intentieovereenkomst en bouwen aan streekomroep voor de toekomst

Lokale omroepen tekenen intentieovereenkomst en bouwen aan streekomroep voor de toekomst

De lokale omroepen van Rijswijk, Pijnacker-Nootdorp en Delft hebben een intentieovereenkomst getekend om samen verder te gaan als één gezamenlijke streekomroep. In 2028 wordt de nieuwe mediawet van kracht. Vanaf dat moment moeten de omroepen uiterlijk gefuseerd zijn tot streekomroep.

Lokale identiteit blijft belangrijk
De NLPO, het overkoepelende orgaan voor de lokale omroepen, staat achter de vorming van de streek met de drie omroepen en keurde de indeling van deze streek recent goed. De omroepen gaan er samen voor zorgen dat de lokale identiteit per gemeente gewaarborgd blijft in de uitvoering van de streekomroep.

Journalistiek van hoog niveau
De drie omroepen kenmerken zich met journalistieke kwaliteit. Dat bleek ook uit de toekenning van de professionaliseringssubsidie van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek. Op basis van de journalistieke prestaties en de professioneel geborgde organisatie ontvingen de omroepen in 2024 samen een subsidie van 500.000 euro om de journalistiek in 2025 nog relevanter te maken voor de lokale gemeenschap.

Gesprekken leiden tot nieuwe omroep
“We waren al een tijd met elkaar in gesprek, maar met het uitspreken van de intentie kunnen we nu concrete stappen maken om de omroepen op termijn in elkaar te schuiven. Samen bezitten we een sterk journalistiek product, succesvolle radio- en tv kanalen en een team van enthousiaste vaste krachten, vrijwilligers en stagiaires,” aldus Ronald van der Meij, bestuursvoorzitter van Stichting Omroep Rijswijk en Stichting Omroep Pijnacker-Nootdorp.

Overtuigd van de voordelen
Cees van Velzen, voorzitter van de raad van toezicht van Omroep Delft voegt er aan toe: “Aanvankelijk vonden we het niet zo noodzakelijk om de streek aan te passen, maar inmiddels zijn we overtuigd van de voordelen van schaalvergroting en het gebruik maken van elkaars sterke punten. Samen maken we het beter dan het was.”