Tijdens het kaderdebat van 8 juli benadrukte VVD-fractievoorzitter Jordy Loof de noodzaak van een kleine, efficiënte overheid die zich richt op haar kerntaken. “Wat is de liberale belofte? Vrijheid en individuele rechten centraal stellen, burgers perspectief bieden om hun leven zelf in te richten,” begon Loof. Hij pleitte voor een gemeente die alleen ingrijpt waar het moet, en verder ruimte biedt aan inwoners.
Behoud van bereikbaarheid
Volgens de VVD werpt het liberale beleid zijn vruchten af. “We staan na deze moeilijke jaren nog steeds in de top drie van gemeenten met laagste woonlasten in de regio,” stelde Loof. Hij wees op successen zoals het beperken van externe inhuur, het laag houden van belastingen en het behoud van bereikbaarheid, zoals het openhouden van de Lange Kleiweg.
Lange wachtlijsten WMO onacceptabel
Toch uitte hij ook zorgen, vooral over de oplopende kosten in de jeugdzorg en Wmo. “Zelfs met al deze financiële middelen lukt het niet altijd. Het is onacceptabel en niet uit te leggen dat er sprake is van zo’n lange wachtlijst in de Wmo.” Loof riep het college op om duidelijke en mensgerichte sturing te geven aan het verbetertraject.
Wegen slibben steeds sneller dicht
Ook de bereikbaarheid van de stad verdient volgens de Rijswijkse VVD meer aandacht. “Rijswijk is een stad met een prachtige ligging. Toch slibben wegen steeds eerder op de dag dicht.” Hij pleitte voor regionale samenwerking, slimme investeringen en betere verkeersveiligheid, vooral op wijkniveau. “Een drempel kan ontzettend helpen, net als handhaving.”
Strenger handhaven op afvaloverlast
Over afvaloverlast was hij duidelijk: “Wekelijks zien we opengescheurde afvalzakken naast containers staan. Dit moet stoppen. Een kleine groep verpest het voor de nette meerderheid.” De fractievoorzitter wil strengere controles en boetes voor bijplaatsingen.
Het kan nog efficiënter
Loof sloot af met complimenten voor de kadernota en het financiële resultaat, maar waarschuwde dat het werk nog niet klaar is. “De lasten kunnen lager, de gemeente kan efficiënter werken en er zijn investeringen nodig voor het Rijswijk van de toekomst.”