Dit voorjaar keert een terugkomend natuurverschijnsel terug in tuinen en parken. De spinselmot, een klein vlindertje, heeft zijn intrek weer genomen in bomen zoals de kardinaalsmuts, meidoorn, kers en wilg. Hoewel hun aanwezigheid soms dramatisch lijkt, kan je gerust zijn: deze diertjes zijn onschadelijk voor mensen en de aangetaste bomen zullen zich in de loop van het jaar herstellen.
Verborgen leven in de winter
Het leven van de spinselmot begint in de herfst en winter, wanneer jonge rupsen zich schuilhouden onder eischildjes. Zodra de lente aanbreekt, worden de rupsen actief en nestelen ze zich in de toppen van bomen, waar ze zich voeden met de jonge blaadjes.
Enorme webben
Na ongeveer tien dagen beginnen de rupsen spinsels rond bladeren en takken te weven. Dit resulteert in webben die de hele boom kunnen omhullen. Onder deze webben huizen kolonies van honderden rupsen, die in korte tijd alle bladeren opeten.
Transformatie in de zomer
Hoewel de kaalgevreten bomen er misschien zorgwekkend uitzien, is er geen reden tot paniek. Eind juni verpoppen de rupsen zich. Uit deze poppen komen kleine witte vlinders met zwarte stippen tevoorschijn, die zich verspreiden om een nieuwe cyclus te beginnen.
Ongevaarlijk genieten
Ondanks het effect op bomen en struiken, zijn de rupsen en de spinselmot ongevaarlijk voor mensen. De aangetaste bomen zullen binnen enkele maanden weer nieuw blad krijgen. Het is een natuurlijk proces dat bijdraagt aan de biodiversiteit in onze omgeving.