Eerder deze week werd bekend dat de gemeente Rijswijk een factuur van 2 miljoen euro gestuurd heeft naar de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) om compensatie te vragen voor het tekort in de jeugdzorg. Larissa Bentvelzen, wethouder jeugd van Rijswijk, sprak zaterdagochtend op Radio 1 in het programma Nieuwsweekend over de de brief en benadrukt de urgente problemen waar de gemeente mee te maken heeft.
Over de beslissing om een factuur te sturen
“We staan echt met de rug tegen de muur. We hebben deze ludieke actie bedacht omdat we hopen iemand wakker te schudden, of dat nu in de Tweede Kamer is of bij staatssecretaris Karremans zelf. Het kan zo niet langer,” aldus Bentvelzen. “We willen heel graag het gesprek aangaan en benadrukken dat het geen individueel probleem is. Gemeenten door heel Nederland kampen met dezelfde tekorten.”
Over de gevolgen voor Rijswijk
“Als we deze tekorten zelf moeten dekken, zullen de inwoners dat merken en voelen op straat. Het zou kunnen betekenen dat voorzieningen zoals de schouwburg moeten sluiten,” waarschuwt de wethouder. “Wij als college vinden dat echt een onwenselijke ontwikkeling, en we hopen dat ook het Rijk dat inziet.”
Over de achterliggende oorzaken van het jeugdzorgtekort
“De jeugdzorg is in 2015 naar de gemeenten gegaan met de gedachte dat lokaal beter kan worden gestuurd, omdat gemeenten dichter bij de burger staan. Dat was misschien een mooie gedachte, maar de manier waarop het is uitgevoerd maakt het ontzettend moeilijk,” zegt Bentvelzen. “Er is een ‘open eindregeling’, dus iedereen die vindt dat hij of zij jeugdzorg nodig heeft, kan een beroep doen op de gemeente. En ondertussen hebben wij maar een beperkt budget om alles te bekostigen.”
Over de impact van coronatijd en sociale factoren
“Er zijn sinds corona veel jongeren die kampen met eenzaamheid, en dat kan veel met je psyche doen. Daarnaast zien we ook een toename van kinderen uit gescheiden gezinnen die aanspraak maken op jeugdzorg,” vertelt Bentvelzen. “Het is belangrijk dat we niet alleen naar de kinderen kijken, maar ook naar de ouders. Vaak ligt de oorzaak van de problematiek daar.”
Over de noodzaak van betere definitie en wetgeving
“Wij willen onze jongeren de best passende en kwalitatief goede zorg bieden, maar het financiële plaatje maakt dat steeds moeilijker. We hopen dat het Rijk dit jaar nog stappen onderneemt om de ‘rijkwijdte’ van de jeugdwet te verduidelijken. We hebben handvatten nodig om aan de voorkant te bepalen wanneer iets jeugdhulp is en wanneer niet,” legt Bentvelzen uit. “Nu komt bijna alles bij de jeugdzorg terecht, ook zaken die misschien eerder bij onderwijs, de WMO of langdurige zorg thuishoren.”
Over de druk van de prestatiemaatschappij
“We hebben in Nederland een cultuur waarin ieder kind een ‘6-min’ moet worden om succesvol te zijn. Maar waarom moeten we dat willen?” vraagt Bentvelzen zich hardop af. “Soms is het genoeg om gewoon ‘gewoon’ te doen. Sommige problemen horen nu eenmaal bij het leven, en dat moeten we normaliseren.”
Over de toekomst van de jeugdzorg
“Als er niets verandert, dan blijven we in een situatie waarin de gemeenten moeten roeien met de riemen die ze niet hebben,” sluit Bentvelzen af. “Ik kijk uit naar de wet die hopelijk volgend jaar ingaat, want het is tijd dat de gemeente niet langer alleen deze lasten draagt en dat er duidelijke regels komen over wat wel en niet onder jeugdzorg valt. Tot die tijd moeten we blijven vechten om onze jongeren de zorg te geven die ze verdienen.”