De gemeente Rijswijk heeft onderzocht hoe statushouders (vluchtelingen met een verblijfsvergunning) beter kunnen inburgeren. Dit onderzoek laat zien wat goed gaat, waar problemen zitten en hoe het proces verbeterd kan worden. De gemeenteraad heeft de uitkomsten van het onderzoek uitgebreid besproken.
Meer controle over begeleiding
Sinds de invoering van de nieuwe Wet Inburgering heeft de gemeente meer controle over de begeleiding van statushouders. Dit zorgt ervoor dat zij beter worden geholpen. Door projecten zoals ‘Statushouders sneller aan het werk’ en de Module Arbeidsmarkt en Participatie (MAP) hebben 23 mensen een baan, werkervaringsplek of studie gevonden. Daarnaast hebben 170 mensen meegedaan aan het Participatieverklaringstraject. In dit traject leren nieuwkomers, waaronder statushouders, over de kernwaarden en regels van de Nederlandse samenleving, zoals vrijheid, gelijkheid, democratie en solidariteit.
Niet alles loopt even soepel
Toch is er nog ruimte voor verbetering. De samenwerking met taalscholen en andere organisaties verloopt niet altijd soepel. Omdat er geen vast overleg is, is er soms onduidelijkheid over wie wat doet. Op deze manier komt de mindere kwaliteit van sommige taalscholen pas later in beeld. Rens Veerman van D66 stelde voor om te kijken naar mogelijkheden om taalscholen een gele of rode kaart te geven als ze niet goed presteren om vervolgens een andere taalschool in te zetten. Volgens verantwoordelijk wethouder Gijs van Malsen kan dit niet zomaar, maar eind van dit jaar komt er een nieuwe aanbestedingsronde en dan worden alle samenwerkingen opnieuw bekeken en kan er wel afscheid genomen worden van taalscholen die onder de maat presteren.
Werken in Nederlandse omgeving
Daarnaast blijkt dat statushouders sneller Nederlands leren als ze werken in een omgeving waar Nederlands wordt gesproken. Daarom wil de gemeente werkervaring eerder in het inburgeringstraject opnemen. Wil van Nunen van de PvdA zei erg uitgekeken te hebben naar het rapport. Zij vindt wel dat er nu dan ook concrete stappen moeten worden gezet om begeleidingstrajecten en samenwerkingen met externe partijen te bevorderen. “Dit kan mijn ogen door de BBR en het Werkgever Service Punt aan te laten haken,” aldus van Nunen.
In vroeg stadium starten
Ook wil de gemeente, samen met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA), statushouders al in het asielzoekerscentrum voorbereiden op hun inburgering. Dit helpt hen sneller mee te doen in de samenleving en vermindert de kans dat ze afhankelijk worden van een uitkering. De gemeente gaat in 2025 de regels en plannen voor inburgering aanpassen en blijft werken aan een betere samenwerking met andere organisaties. De gemeenteraad wordt op de hoogte gehouden van alle veranderingen.
Maak gebruik van talent
Verschillende partijen riepen ook op om te kijken naar de mogelijkheid om hoogopgeleide mensen, zoals tandartsen en doktoren met een diploma in te zetten. Het probleem daarbij is dat diploma’s die in Sirie gelden niet in Nederland voldoen omdat de normen anders zijn. GroenLinks vroeg zich af in hoeverre we de mensen helpen om het diploma dat ze hebben op het niveau van Nederland te kunnen krijgen. Wethouder van Malsen gaf hierop aan dat er wordt gekeken deze mensen met ondersteunende werkzaamheden kunnen beginnen. “In de meeste gevallen moet de opleiding in Nederland opnieuw gedaan worden. Dit heeft te maken met strenge eisen die in Nederland gelden,” aldus de wethouder.
Binnen een maand aan het werk
De Christenunie is vooral ook blij om te zien dat een deel van de statushouders die een uitkering krijgen binnen een maand aan het werk zijn. “Ze steken hun handen uit de mouwen en zo laten ze zien dat ze met werk waarde toevoegen aan de stad en je ziet dat taal echt snel beter wordt als je werk hebt.”