Twijfels over afscheidsbrief van vermoorde Paro Ramlagan: advocaat vraagt getuigenonderzoek

Twijfels over afscheidsbrief van vermoorde Paro Ramlagan: advocaat vraagt getuigenonderzoek

In de zaak van de moord op Paro Ramlagan uit Rijswijk, komt de afscheidsbrief die kort na haar dood opdook, onder druk te staan, meldt Omroep West. De advocaat van de verdachte, Haroon Raza, heeft grote twijfels over de echtheid van deze brief. Volgens de advocaat kan de brief mogelijk niet echt zijn, en hij wil daarom de getuigen die betrokken waren bij het vinden van de brief horen. De zaak blijft zich verder ontvouwen, met een aantal mysterieuze details die voor verwarring zorgen.

Twijfels over de herkomst van de brief
De afscheidsbrief zou volgens de getuigen door Paro zelf zijn overhandigd aan een buurtbewoner vlak voor haar dood. Deze man beweert een goede vriend van Paro te zijn, maar zijn aanwezigheid bij de uitvaart van het slachtoffer werd niet waargenomen, wat de advocaat opmerkelijk vindt. De brief kwam pas een maand na Paro’s dood bij de uitvaartondernemer terecht, via twee van haar vriendinnen. Dit roept bij de advocaat vragen op over de geloofwaardigheid van het verhaal. Advocaat Haroon Raza heeft daarom gevraagd om de man, de twee vriendinnen en andere betrokkenen te horen als getuigen.

Inhoud van de brief
De brief bevat gedetailleerde informatie, waaronder een verklaring over de voogdij van Paro’s zoontje, waarin staat dat het kind niet bij zijn vader mag wonen, maar naar de vriendinnen van Paro moet gaan. Dit lijkt te wijzen op een zorgvuldige regeling voor de toekomst van het kind. Bovendien bevat de brief beschuldigingen over bedreigingen door de verdachte, de buurman van Paro. Volgens de brief zou Paro door hem bedreigd zijn omdat ze geen relatie met hem wilde aangaan.

Doodgeschoten Paro

Foto: Omroep West

De verdediging van de verdachte
De advocaat van de verdachte, Seyed A., ontkent echter de beschuldigingen die in de brief staan. Hij stelt dat de ruzie tussen Paro en zijn cliënt niets te maken had met bedreigingen of romantische bedoelingen, maar juist met overlast door lawaai. Volgens Raza heeft Paro zelf een gesprek met de verdachte opgenomen, waarin het alleen over lawaaioverlast gaat. Daarnaast is er volgens de verdediging geen bewijs dat Seyed A. Paro ooit zou hebben willen versieren. De verdachte blijft bij zijn verklaring dat de situatie zich beperkte tot een burenruzie en niet meer dan dat was.

Psychologisch onderzoek en verdere stappen
De verdachte, Seyed A., heeft geweigerd mee te werken aan een psychologisch onderzoek, wat het Openbaar Ministerie zorgen baart. Ze willen dat hij wordt onderzocht in het Pieter Baan Centrum, maar de advocaat heeft aangegeven dat zijn cliënt hier niet aan mee zal werken. Desondanks heeft de rechtbank besloten dat de verdachte toch naar het centrum gestuurd moet worden voor observatie. Verder blijkt uit de zaak dat de verdachte eerder in aanraking is geweest met het Openbaar Ministerie vanwege een geweldsdelict, al wil de advocaat niet verder ingaan op de details hiervan.

Angst voor het Iraanse regime
Raza heeft in de rechtszaal ook aangevoerd dat zijn cliënt een atheïstische dissident is uit Iran, die naar Nederland is gevlucht vanwege de dreiging van het Iraanse regime. De advocaat verwijst naar eerdere gevallen waarin Iraniërs in Nederland het slachtoffer zijn geworden van liquidaties, toegeschreven aan de Iraanse autoriteiten. Dit is een belangrijke achtergrondinformatie die wellicht kan bijdragen aan het begrijpen van de gedragingen van de verdachte.

Conclusie
De zaak van Paro Ramlagan blijft voorlopig in onderzoek. De rechtbank heeft besloten om de afscheidsbrief van het slachtoffer verder te laten onderzoeken om de echtheid te verifiëren. De verdachte blijft zijn onschuld volhouden en de zaak wordt op 18 juni verder behandeld. Er is nog veel onduidelijk, en de komende weken zullen meer duidelijkheid moeten geven over de omstandigheden rondom haar tragische dood.