Voor Jasper Kluiters is het inmiddels routine: elke dag laat hij zijn woestijnbuizerd Henk uit in het Wilhelminapark. Met een dikke leren handschoen om zijn hand stapt hij uit de auto, terwijl de roofvogel, voorzien van een belletje en een peilzender, meteen naar de dichtstbijzijnde boom vliegt. Daar wacht Henk geduldig tot Jasper onder hem doorloopt. Dan zweeft hij naar zijn baasje en landt sierlijk op zijn hand, waar een stukje vlees klaarstaat.
“Waarom zou hij wegvliegen?”
Volgens Jasper is de kans dat Henk ervandoor gaat klein. “Waarom zou je het als roofvogel jezelf moeilijk maken? Hij krijgt altijd eten zonder noemenswaardige inspanning.” Toch weet hij dat Henk soms verleid kan worden, bijvoorbeeld door een fazant. “Dan ben ik hem even kwijt. Gelukkig kan ik hem dankzij de peilzender altijd terugvinden.”
Een roofvogel hoort te vliegen
Een kooitje thuis is voor Jasper geen optie. Henk moet in conditie blijven en wordt bovendien geregeld ingezet om meeuwen of ganzen te verjagen. Door de vele vliegronden in het park ziet de buizerd het gebied als zijn eigen territorium. Indringers, vooral nu er door koude en sneeuw meer buizerds uit Noord-Europa deze kant op komen, worden dan ook direct verjaagd.
Opvallende verschijning in het park
Wandelaars spreken Jasper regelmatig aan, al gebeurt het net zo vaak dat ze alleen Henk opmerken. “Mensen maken dan melding van een verdwaalde vogel vanwege het belletje,” lacht Jasper. Ondertussen deelt hij geregeld filmpjes van zijn indrukwekkende vluchten en trainingen op TikTok: vederspel.
