Wethouder Gijs van Malsen vertelt vandaag, op de Dag tegen Racisme en Discriminatie, over welke stappen gezet worden naar een toekomst met meer inclusie. Om Rijswijkse inwoners bewust te maken van de belangen van deze plannen, vertelt Mohammad Amin over zijn ervaringen met discriminatie en racisme.
Invloed vanuit de gemeente
Wethouder van Malsen geeft aan dat voor hij wethouder was, hij nog geen goed beeld had van hoe het eraan toeging in Rijswijk op het gebied van inclusie. De afgelopen twee jaar, de tijd dat hij wethouder van Rijswijk is, heeft hij zich vooral beziggehouden met bewustwording van dit thema. Er zijn al verschillende stappen die hij en zijn team gezet hebben om de gemeente hierop vooruit te helpen. Toch merkt hij dat het lastig is om als gemeente echt grip te krijgen op racisme en discriminatie, omdat mensen vaak terughoudend zijn om zich hierover uit te spreken. Om deze reden is het belangrijk dat er aandacht komt voor dit onderwerp.
Verschillende vormen van discriminatie
Ook vertelt van Malsen welke discriminatie het meest voorkomt. “Op alle gronden worden er wel meldingen gemaakt van discriminatie, neem seksuele geaardheid, geslacht of geloofsovertuiging als voorbeeld. Maar verreweg de meeste meldingen komen binnen op ras of etniciteit. Dat is dus waar we ons de komende tijd echt voor moeten inzetten.”
Ervaring met discriminatie
Mohammad Amin is op zijn twaalfde uit Irak gestuurd wegens zijn etniciteit. Hij heeft in Bagdad in de gevangenis gezeten, alleen omdat hij geen Arabier was, wat dus niet werd toegestaan in Irak. Zonder eten, kleding of andere middelen moest hij twee dagen lopen om uiteindelijk ‘veilig’ aan te komen in een ander land. Hij vertelt zijn heftige verhaal om te laten zien dat het belangrijk is om je hierover uit te spreken.