“Op een topavond zetten we wel zeventig tot tachtig padden over”, zegt Erwin van den Berg tegen Rijswijk.tv. De Voorburger is al vijftien jaar vrijwilliger bij de Dierenbescherming en sinds tien jaar coördinator van de paddentrek in Leidschendam-Voorburg. Van den Berg staat tussen eind februari en half april, gewapend met een zaklantaren, klaar om padden te helpen bij hun tocht. Een een geel veiligheidsvest en een warme jas zijn daarbij noodzakelijk. “Handschoenen niet”, zegt Van den Berg. “Een beetje natuurliefhebber schrikt niet van een plasje van een pad.” Giftig zijn de dieren volgens hem niet.
Gespierde onderarmen
Wanneer de gemiddelde temperatuur over een etmaal minimaal acht tot tien graden Celsius is en dat ongeveer drie dagen lang zo blijft, gaan de padden voor de voortplanting op pad naar hun geboortewater. Tot die tijd rusten ze nog veilig in bijvoorbeeld tuinen in Leidschendam en Voorburg. Onderweg naar vijver of sloot mogen de mannetjes op de rug van de vrouwtjes plaatsnemen. Het paren gebeurt pas als ze in het water zijn aangekomen. De mannetjes zijn te herkennen aan hun gespierde onderarmen. Ze zijn kleiner dan de vrouwtjes. “Er is helaas een dalende trend in het aantal padden, kikkers en salamanders die zich in Leidschendam-Voorburg verplaatsen te zien”, zegt Erwin van den Berg. Hij wijt dit aan milieuvervuiling, te warme zomers en verstedelijking. In 2018 ging het nog om 1748 padden die werden overgezet. Sinds die tijd is het aantal stapsgewijs afgenomen tot 373 vorig jaar.
Pijnacker-Nootdorp
In Pijnacker-Nootdorp zetten de vrijwilligers van de natuurvereniging KNNV de padden over. Zij zijn actief op de Veenweg in Nootdorp en op het Hazepad in Pijnacker. In Rijswijk worden geen padden overgezet.