Aan de Sparrelaan 17 in Rijswijk zijn op vrijdagochtend struikelstenen geplaatst ter nagedachtenis aan het Joodse gezin Messcher-Swaan, dat in de Tweede Wereldoorlog werd weggevoerd en vermoord. De aanleiding voor de herdenking was een bijzondere vondst onder de vloer van een woning, een ontdekking die leidde tot historisch onderzoek, buurtbetrokkenheid en samenwerking met de gemeente. Rijswijk.tv ging langs.
Van vloerdelen naar familiegeschiedenis
Het begon allemaal toen de zoon van initiatiefneemster Anne-Marij samen met zijn vriendin een huis kocht in Rijswijk. Tijdens een renovatie ontdekten ze onder de vloer houten planken met namen en data. De vondst riep vragen op: wie waren deze mensen, en waarom stonden hun namen in het huis?
“We ontdekten dat het huis vóór de oorlog bewoond werd door het Joodse gezin Messcher-Swaan,” vertelt Anne-Marij. “Ze zijn tijdens de oorlog gedeporteerd en vermoord. Omdat we bekend waren met het initiatief van struikelstenen, wilden we graag hun namen een plek geven in het straatbeeld. Zo blijft hun verhaal zichtbaar.”
Wie waren Izaäk, Sara en Debora?
Uit onderzoek bleek dat Izaäk en Sara Messcher-Swaan in 1936 in de nieuwbouwwoning aan de Sparrelaan kwamen wonen, vlak na hun huwelijk. Ze leerden elkaar kennen bij een Joodse vereniging in Den Haag. In juli 1939 werd hun dochtertje Debora Carola geboren. Op 3 maart 1944 werd het jonge gezin op transport gezet naar Auschwitz. Sara en Debora werden daar direct na aankomst vermoord. Izaäk werd vermoedelijk als dwangarbeider aan het werk gezet, maar ook hij overleed vier maanden later.
Deze tragische geschiedenis kwam aan het licht tijdens de verbouwing van de woning. Er werd vervolgens contact gezocht met de gemeente en nabestaanden. Bij de plaatsing van de struikelstenen waren familieleden van Izaäk Messcher aanwezig. De toekomstige bewoner van het huis hield een toespraak, net als Anne-Marij en Wim Dammers van de Historische Vereniging Rijswijk.
Brede steun uit de buurt
De buurt reageerde positief op het initiatief. “Er was veel belangstelling voor de plaatsing van de stenen. Mensen vonden het mooi dat er op deze manier aandacht wordt besteed aan de geschiedenis van hun straat,” zegt een van de betrokken bewoners.
Gemeente en historische vereniging actief betrokken
De gemeente Rijswijk en de Historische Vereniging Rijswijk ondersteunden het project actief. Er werd onder andere gezorgd voor een geluidsinstallatie bij de ceremonie. Ook koppelde de gemeente de initiatiefnemers aan een onderzoeker en bracht hen in contact met de historische vereniging. “In het begin deden we alles nog een beetje met houtje-touwtje, maar dit keer werd alles professioneel ondersteund,” aldus Anne-Marij.
Wim Dammers, coördinator struikelstenen namens de Historische Vereniging, benadrukt het bredere doel van het project. “Sinds 2015 plaatsen we in Rijswijk struikelstenen voor in de oorlog omgekomen inwoners. De meeste slachtoffers waren Joodse Rijswijkers, maar ook verzetsstrijders en dwangarbeiders worden herdacht.”
Grondig archiefonderzoek
De zoektocht naar informatie over het gezin voerde de initiatiefnemers langs onder andere Delpher, het Nationaal Archief en het Haags Gemeentearchief. “Vroeger stonden er veel persoonlijke berichten in kranten. Zelfs een verhuizing werd toen gepubliceerd. Dat gaf ons houvast,” vertelt Anne-Marij. Ook het gemeentearchief van Rijswijk, dat is ondergebracht in Delft, leverde waardevolle informatie op.
Hoe werkt het plaatsen van struikelstenen?
Volgens Dammers kunnen mensen die vermoeden dat er in hun huis ooit oorlogsslachtoffers hebben gewoond, dit nagaan via de Historische Vereniging Rijswijk. Op de website www.historischeverenigingrijswijk.nl staat onder het kopje ‘struikelstenen’ een protocol waarin wordt uitgelegd hoe een aanvraag kan worden ingediend.
‘Om nooit te vergeten’
Tijdens de ceremonie sprak burgemeester Huri Sahin over het belang van het blijven doorgeven van deze verhalen: “Deze struikelstenen, de geschiedenis daarachter, laten zien wat een verbouwing van een huis allemaal los kan maken. Welke verhalen er boven water komen. En hoe belangrijk is het dan, om die verhalen weer door te geven aan de volgende generatie, onze kinderen. Zodat de namen van de mensen, die aan deze verhalen verbonden zijn, nooit zullen worden vergeten.”